Herziening aftrek voorbelasting na onbelaste levering

14 mei 2007 | Overig | jurisprudentie | LJN: AW2359, AWB 05/2984

Het Hof van Justitie EG heeft in een arrest uit 1998 (arrest Ghent Coal) uitleg gegeven over het recht op aftrek van voorbelasting. Volgens dat arrest blijft het recht op aftrek van voorbelasting in stand wanneer een ondernemer door omstandigheden buiten zijn wil in het kader van zijn onderneming aangeschafte goederen of diensten nooit heeft gebruikt voor het verrichten van belaste handelingen. Wel kan de levering van investeringsgoederen gedurende de herzieningsperiode aanleiding zijn voor een herziening van de aftrek. Het arrest heeft betrekking op de vraag of het recht van aftrek met terugwerkende kracht aan een belastingplichtige ontnomen kan worden. Een ondernemer deed een beroep op dit arrest om daarmee herziening van de voorbelasting die hij in aftrek had gebracht te voorkomen. De ondernemer had een perceel grond gekocht voor de bouw van een kuuroord. De gemeente had hem een bouwvergunning verstrekt maar de provincie stond de bouw niet toe. Vervolgens verkocht de ondernemer de grond, na intrekking van de bouwvergunning, vrijgesteld van omzetbelasting. De rechtbank Arnhem was van oordeel dat een vrijgestelde levering ook een vorm van bezigen is. Op grond van de wet wordt op het moment van levering de teveel in aftrek gebrachte voorbelasting verschuldigd. De situatie waarin het recht op aftrek met terugwerkende kracht wordt ingetrokken deed zich hier niet voor. Niet relevant was of de ondernemer al dan niet buiten zijn wil de grond niet heeft kunnen gebruiken voor belastbare prestaties.