14 mei 2007 | Hof Amsterdam | jurisprudentie | LJN: AQ888; 99/01819
In een van de vele procedures over CDK-biljetten heeft Hof Amsterdam de opgelegde navorderingsaanslag vernietigd vanwege strijd met het gelijkheidsbeginsel. Er was geen sprake van een begunstigend beleid waarvan werd afgeweken, maar wel was in een meerderheid van gelijke gevallen door de belastingdienst geen belasting geheven. Het ging in totaal om negen gelijke gevallen. Vijf daarvan zijn niet in de belastingheffing betrokken, vier gevallen wel. Het Hof geeft in zijn uitspraak, onder verwijzing naar een arrest van de Hoge Raad, een duidelijke uiteenzetting van de toepassing van de meerderheidsregel bij periodiek op aanslag geheven belastingen. De vergelijkbare gevallen van een belastingplichtige die zich voordoen in meerdere jaren gelden als één geval. Gevallen waarin niet is geheven of gecorrigeerd vanwege het geringe financiële belang of vanwege tik- of schrijffouten tellen niet mee. Tot de gevallen waarin de wet juist is toegepast behoren de gevallen waarin is nagevorderd, de gevallen van belastingplichtigen waarin navordering nog mogelijk is en ook zal worden toegepast, en de gevallen van belastingplichtigen waarin de inspecteur van een juiste wetstoepassing heeft afgezien als gevolg van een beroep op de meerderheidsregel. In deze zaak gaat het telkens om dezelfde kwestie, zodat bij alle vergelijkbare belastingplichtigen sprake is van één tot de groep van gelijke gevallen behorend geval.