Hof had belanghebbende moeten horen in verzetprocedure

14 mei 2007 | Hoge Raad | jurisprudentie | LJN: AT8184, 40782

Hof Den Haag verklaarde het beroep van een belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur wegens overschrijding van de beroepstermijn niet-ontvankelijk. Het Hof verklaarde vervolgens het verzet tegen deze uitspraak ongegrond. Volgens de Hoge Raad had het Hof niet tot ongegrondverklaring van het verzet mogen overgaan alvorens de belanghebbende in de gelegenheid te stellen te worden gehoord. Het Hof is daartoe verplicht indien aan een belanghebbende een bestuurlijke boete is opgelegd. De uitspraak van het Hof is vernietigd en de zaak is verwezen naar Hof Amsterdam. Het verwijzingshof moet de belanghebbende in de gelegenheid stellen om te worden gehoord en zal, als het verzet gegrond wordt bevonden, de zaak alsnog in behandeling dienen te nemen.