14 mei 2007 | Hoge Raad | jurisprudentie | LJN: AW2336, 41509
In een procedure over een naheffingsaanslag parkeerbelasting was Hof Amsterdam van oordeel dat het bezwaarschrift daar tegen niet tijdig was ingediend en dat de belanghebbende daarom terecht niet-ontvankelijk was verklaard in zijn bezwaar. Het Hof verzuimde om na te gaan of zich een bijzondere omstandigheid had voorgedaan waardoor niet-ontvankelijkverklaring op grond van de termijnoverschrijding achterwege had moeten blijven omdat de indiener niet in verzuim is geweest. De belanghebbende stelde dat hij de naheffingsaanslag enkele dagen later had achtergelaten bij het bureau parkeerbeheer. Op zichzelf zou dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar maken, maar dat zou anders zijn indien hij voor de betrokken ambtenaar dat aanslagbiljet moest achterlaten bij Parkeerbeheer. In dat geval kon dan redelijkerwijs niet meer worden gevergd dat de belanghebbende naar aanleiding van dat aanslagbiljet bezwaar maakte tegen de aanslag. De Hoge Raad heeft de zaak verwezen naar Hof Den Haag.