14 mei 2007 | Hoge Raad | jurisprudentie | LJN: AT7218, 39970
In een procedure over de WOZ-waarde van een woning vroeg de eigenaar van de woning aan Hof Amsterdam om de gemeente op te dragen het taxatierapport dat zij van de woning had laten opmaken door een ingenieursbureau over te leggen. Het Hof deed dat niet. De Hoge Raad trok uit de stukken van het geding de conclusie dat de gemeente naar aanleiding van het tegen de WOZ-beschikking ingediende bezwaarschrift advies had gevraagd aan het ingenieursbureau. Vervolgens had een taxateur van dat bureau het pand in- en uitwendig opgenomen. Volgens de woningeigenaar was daarvan een schriftelijk rapport opgemaakt. De Hoge Raad ging ervan uit, dat die stelling juist was. Volgens de Hoge Raad vormde het taxatierapport een op de zaak betrekking hebbend stuk in de zin van de Algemene Wet Bestuursrecht, dat de gemeente aan het Hof had moeten sturen. Door dat niet te doen was er sprake van een verzuim, dat aan het Hof duidelijk had moeten zijn. In de uitspraak op bezwaar werd immers melding gemaakt van het advies van de taxateur, terwijl de eigenaar het Hof meerdere keren op het ontbreken van dat stuk had gewezen. De Hoge Raad heeft de uitspraak van het Hof vernietigd en de zaak verwezen naar Hof Den Haag.