14 mei 2007 | Hoge Raad | jurisprudentie | LJN-nummer: AL2108 Zaaknr: 38593
Een bezwaarschrift moet binnen zes weken na het tijdstip van bekendmaking van de aanslag waartegen het bezwaar is gericht zijn ingediend. Overschrijding van die termijn kan leiden tot niet ontvankelijkheid van het bezwaarschrift, tenzij de termijnoverschrijding de indiener van het bezwaar niet kan worden verweten. Of zich een dergelijke situatie heeft voorgedaan moet het gerechtshof in een procedure onderzoeken als de indiener van het bezwaarschrift daarop een beroep doet. In deze procedure stelde het hof vast, dat de aanslag door de inspecteur naar het door de belastingplichtige opgegeven adres was gestuurd. De belastingplichtige had geen ander adres opgegeven en diende het bezwaarschrift te laat in. Het hof verzuimde te onderzoeken of er een goede reden was voor die overschrijding. Daarom vernietigde de Hoge Raad de uitspraak en verwees de zaak naar een ander Hof.