Hof onderzocht ten onrechte niet of aan facturen leveringen ten grondslag lagen

14 mei 2007 | Hoge Raad | jurisprudentie | LJN: AR7750, 39651

De belastingdienst legde een naheffingsaanslag omzetbelasting op aan een autohandelaar, omdat hij ten onrechte het nultarief had toegepast bij de verkoop van auto’s aan een in Duitsland gevestigde afnemer. Die afnemer stuurde facturen voor verkoop en levering van auto's verstrekt aan een in Nederland gevestigde ondernemer, die weer facturen zond aan de autohandelaar. Voor het Hof betoogde de handelaar dat het ging om een facturencarrousel, waarbij facturen werden gestuurd zonder dat er leveringen waren verricht. Volgens het Hof mocht ervan uitgegaan worden, dat de facturen betrekking hadden op de levering van auto's. De handelaar moest bewijzen dat het om schijnhandelingen ging. Dat bewijs leverde hij niet. Het Hof heeft niet onderzocht of er in werkelijkheid transacties hebben plaatsgevonden. Dat had het Hof volgens de Hoge Raad wel moeten doen, omdat de nageheven belasting alleen verschuldigd is als er daadwerkelijk auto's zijn geleverd zonder dat deze naar Duitsland zijn overgebracht. Als vast komt te staan dat er geen auto's zijn, hoeft dat nog niet te leiden tot vernietiging van de naheffingsaanslag. Ingeval van een facturencarrousel kloppen ook de inkoopfacturen niet en heeft de handelaar geen recht op aftrek van voorbelasting.