Hof stelt aard adoptiekosten niet vast

14 mei 2007 | Hoge Raad | jurisprudentie | 37663

Tot de persoonsgebonden aftrek behoren de kosten van adoptie. De mate, waarin de kosten van adoptie aftrekbaar zijn, wordt bepaald door de uitvoeringsregeling bij de wet op de inkomstenbelasting. Daarin is bepaald, dat bemiddelingskosten bij buitenlandse adoptie tot een bedrag van ƒ 1.500 aftrekbaar zijn. Hof Den Haag had de kosten met omschrijving "instandhouding kanaal", die door de adoptiefouders in hun aangifte in aftrek waren gebracht als adoptiekosten, niet in aftrek toegelaten, omdat naar het oordeel van het Hof deze kosten niet onder de opsomming van aftrekbare adoptiekosten vielen, die in de uitvoeringsregeling is opgenomen. De aard van deze kosten was echter niet vastgesteld. Daarmee had het Hof zijn oordeel niet voldoende onderbouwd. De Hoge Raad heeft de uitspraak van het Hof vernietigd en de zaak verwezen naar Hof Amsterdam.