Hof van Justitie EG verbiedt Belgische voertuigregistratie: mogelijk gevolgen voor BPM

14 mei 2007 | Overig | jurisprudentie | C-232/01

Het Hof van Justitie van de EG heeft onlangs een arrest gewezen, dat gevolgen kan hebben voor de Nederlandse belasting van personenauto's en motorrijwielen (BPM). Het arrest heeft betrekking op de Belgische verplichting tot registratie van voertuigen. Een in Luxemburg gevestigde werkgever had aan een in Belgie wonende werknemer een auto ter beschikking gesteld, die in Luxemburg geregistreerd was. De Belgische wetgeving bepaalt, dat een auto, die door een inwoner van Belgie wordt gebruikt in Belgie geregistreerd moet worden. Die registratie moet geschieden door de in België wonende eigenaar. Een niet in België wonende eigenaar kan de auto niet registreren. Het is een inwoner van Belgie niet toegestaan met een auto te rijden die in het buitenland is geregistreerd. In het arrest heeft het Hof bepaald, dat deze regeling in strijd is met het vrije verkeer van werknemers. De wet BPM schrijft voor, dat een voertuig, dat door een inwoner van Nederland in Nederland wordt gebruikt, in Nederland moet worden geregistreerd. Bij die registratie moet BPM betaald worden. Het is in bepaalde gevallen mogelijk voor inwoners van Nederland om een auto met buitenlands kenteken in Nederland te gebruiken zonder dat BPM verschuldigd is. Een voorbeeld is het gebruik van een auto, die door een buitenlandse werkgever ter beschikking wordt gesteld voor het verkeer tussen de woonplaats in Nederland en de werkplaats in het buitenland. Voorafgaand aan het gebruik moet dan een vergunning worden gevraagd om de auto in Nederland te gebruiken.