14 mei 2007 | Hof Amsterdam | jurisprudentie | LJN-nummer: AL1769 Zaaknr: 02/05891
Hof Amsterdam heeft een naheffingsaanslag omzetbelasting vernietigd, die was gebaseerd op een tijdens een controle gehouden steekproef van een aantal facturen. Het ging om facturen, waarop het nultarief was toegepast omdat ze naar afnemers in andere lidstaten van de EU waren gestuurd. De uitkomsten van de steekproef waren toegepast op de niet gecontroleerde facturen en doorgerekend naar andere jaren. Volgens het Hof past het niet binnen het systeem van de belastingheffing over de toegevoegde waarde om aan de hand van een steekproef aan te nemen dat facturen onjuist zijn. Daarvoor is de factuur in de omzetbelasting te belangrijk. Het verband tussen heffing en aftrekrecht wordt verbroken door facturen op basis van een steekproef als onjuist aan te merken. De ondernemer is niet in staat om onjuiste factureren te corrigeren en de afnemer in staat te stellen zijn aftrekrecht alsnog geldend te maken. Het Hof merkt nog op dat bij de manier van naheffen van de inspecteur rekening moet worden gehouden met de mate waarin de omzetbelasting aftrekbaar is indien deze aan de volgens de inspecteur juiste afnemers in rekening zou zijn gebracht.De ondernemer was een accountants- en belastingadvieskantoor. Die omstandigheid was van belang bij de beoordeling van de boete, die voor een ander deel van de naheffing was opgelegd. Volgens het Hof had de ondernemer de berekening van BTW over de kantinekosten en over het privé-gebruik auto van de partners goed moeten kunnen berekenen. Door dat niet te doen heeft de ondernemer bewust een onjuiste aangifte ingediend. De boete werd overigens wel verminderd tot 10% vanwege de onredelijke termijn van behandeling. Vanwege het vernietigen van een groot deel van de naheffingsaanslag werd de inspecteur veroordeeld tot vergoeding van tijdens de bezwaarfase gemaakte kosten tot een bedrag van € 50.000.