Hofuitspraak over aftrek van door vader voor zoon betaalde ziektekosten vernietigd

14 mei 2007 | Hoge Raad | jurisprudentie | LJN: AO3075; 39418

Als gevolg van een verkeersongeluk in het buitenland raakte iemand in coma. Zijn vader liet hem op medische gronden met een speciale ambulancevlucht naar Nederland brengen. Dat kostte in totaal ƒ 156.272. Daarvan betaalde vader ƒ 133.272. Dat bedrag bracht hij als ziektekosten in aftrek in zijn aangifte inkomstenbelasting. De inspecteur was het daarmee niet eens en weigerde de aftrek te verlenen. Voor Hof Arnhem was in geschil of de aftrek door het eigen vermogen van de zoon werd verhinderd, en zo ja, in hoeverre dat het geval was. Het Hof was van oordeel dat de ziektekosten, die de vader voor zijn zoon betaalde, bij hem aftrekbaar waren voorzover zij hoger waren dan de voor hem geldende drempel en dat de draagkracht van de zoon buiten beschouwing moest blijven. De Hoge Raad heeft de uitspraak van het Hof vernietigd. Het eigen vermogen van de zieke is wel bepalend voor het recht op aftrek voor de verwant van de zieke die de uitgaven voor zijn rekening neemt. Als er bijzondere omstandigheden zijn, die het voor de zieke bezwaarlijk maken om zijn vermogen aan te tasten, is het mogelijk dat een verwant die de betaling doet, toch het bedrag in aftrek kan brengen. De zaak is verwezen naar Hof Den Bosch.