Hoge boete bij opzettelijk onjuiste presentatie winstcijfers door ondernemers

14 mei 2007 | Hof Den Haag | jurisprudentie | LJN: AT4336, BK-03/03523

Een VOF kocht een nieuw visserijschip. Het oude werd verkocht. Voor de boekwinst op het oude schip werd een vervangingsreserve gevormd, die als eerste afschrijving in mindering werd gebracht op de aankoopprijs van het nieuwe schip. Bij de bepaling van de vervangingsreserve ging de accountant van de VOF uit van verkeerde bedragen. Volgens de verkoopovereenkomst was het oude schip namelijk verkocht voor € 2.285.500, terwijl uit een sideletter bij de overeenkomst bleek, dat de eigenlijke verkoopprijs € 1.815.120 was. Het verschil werd gebruikt voor aanpassing van het schip aan de wensen van de koper. De VOF verwerkte dit bedrag als onderhoudskosten in de resultatenrekening. Op deze manier werd de boekwinst bij verkoop verhoogd en de normale winst uit de bedrijfsuitoefening verlaagd. De inspecteur corrigeerde deze handelswijze en legde bij het vaststellen van de aanslagen inkomstenbelasting en WAZ aan de vennoten boetes op. Hij ging ervan uit dat de vennoten opzettelijk een onjuiste aangifte hadden gedaan. Naar het oordeel van Hof Den Haag hadden de vennoten in hun aangiften geen pleitbaar standpunt ingenomen. De tekst van de sideletter was duidelijk, zeker in samenhang met de ontvangen koopsom voor het schip van € 1.815.120. Voorts bleek uit de boekhouding van de firma dat de onderhoudskosten van het verkochte schip in 1999 slechts € 5.580 bedroegen. Volgens het Hof had de accountant bij het opmaken van de jaarstukken 1999 bewust een onjuiste voorstelling van zaken gegeven. De accountant had de complete administratie en alle documenten, die op de verkoop betrekking hadden, ingezien. Door de aangiften te baseren op deze jaarstukken hadden de vennoten opzettelijk onjuiste aangiften gedaan. De kennis en de handelingen van de adviseur worden toegerekend aan de opdrachtgever, tenzij deze aantoont dat hij in redelijkheid niet behoefde te twijfelen aan de fiscale aanvaardbaarheid van de mededelingen en adviezen van zijn adviseur. Dat laatste konden de vennoten in deze procedure naar het oordeel van het Hof niet. Het Hof vond de opgelegde boeten passend en geboden en in overeenstemming met de ernst van de feiten en de omstandigheden van het geval.