14 mei 2007 | Hoge Raad | jurisprudentie | LJN-nummer: AI5842 Zaaknr: 38604
Volgens vaste rechtspraak van de Hoge Raad moet, als een partij niet op de zitting voor het Hof is verschenen, in de uitspraak van het hof worden opgenomen dat de uitnodiging voor de zitting op regelmatige wijze tijdig naar het juiste adres is verstuurd. Dit dient om te voorkomen, dat in cassatie de partij zich erop beroept, dat de uitnodiging niet (tijdig) is verstuurd. Als de feiten in de uitspraak ontbreken wordt de uitspraak van het Hof in cassatie door de Hoge Raad vernietigd. Dat gebeurde met een uitspraak van Hof Amsterdam over nota’s havengeld van de gemeente Amersfoort.