Holding heeft recht op aftrek voorbelasting bij doorbelasten van kosten aan werkmaatschappijen

14 mei 2007 | Hof Arnhem | jurisprudentie | LJN-nummer: AF2926 Zaaknr: 02/00006

Een ondernemer kan de aan hem in rekening gebracht omzetbelasting verrekenen met de af te dragen omzetbelasting, mits er sprake is van belaste prestaties. Als omzetbelasting in rekening wordt gebracht, die verband houdt met vrijgestelde prestaties kan de omzetbelasting niet worden verrekend. In een procedure voor Hof Arnhem is het recht op aftrek van voorbelasting in geschil. De casus is als volgt. Een concern bestaat uit een holding, een tussenholding en diverse binnen- en buitenlandse werkmaatschappijen. De holding heeft een obligatielening uitgegeven ter financiering van bedrijfsactiviteiten van de werkmaatschappijen. Met de dochters zijn financieringsovereenkomsten gesloten. De holding heeft hiervoor kosten gemaakt van advocaten, banken en accountants, die zij volledig doorberekend heeft aan de dochtermaatschappijen. De tussenholding heeft advieskosten gemaakt om bancaire leningen op grote schaal tegen gunstige condities te krijgen. De leningen zijn door banken direct aan de dochters verstrekt. De kosten zijn door de tussenholding volledig doorbelast aan de dochters. De doorbelasting is gesplitst naar BTW-belaste en BTW-vrijgestelde prestaties. Voor zover door de adviseurs omzetbelasting in rekening is gebracht heeft de holding die als voorbelasting verrekend. Het Hof stelt vast, dat niet in geschil is dat de prestaties direct aan de holding zijn verricht in verband met de bedrijfsactiviteiten van de holding. Voor de beoordeling of er recht op aftrek van voorbelasting bestaat moet dan gekeken worden naar de aard van de prestaties van de holding (vrijgesteld of niet). Het Hof is van oordeel, dat de doorbelaste vergoeding betrekking hebben op prestaties van de (tussen)holding en dat die prestaties niet omvatten de bemiddeling in krediet of het verstrekken van financieringen. Ook is geen sprake van anderszins vrijgestelde prestaties. Gevolg van dat oordeel is, dat de omzetbelasting kon worden verrekend.