23 juni 2004 | Hof Den Bosch | jurisprudentie | LJN-nummer: AQ5338 Zaaknr: 02/04826
De wet op de loonbelasting kent een bijzondere regeling voor artiesten en beroepssporters. Zij worden belast over de gage. Daartoe behoort niet het aan de artiest toe te rekenen deel van de kostenvergoedingsbeschikking. Dat is een door de belastingdienst gegeven beschikking waarin deze aangeeft, welk deel van de ontvangen bedragen als een niet tot de gage behorende vergoeding kan worden aangemerkt. Die vergoeding heeft betrekking op de kosten, lasten en afschrijvingen ter behoorlijke vervulling van het optreden door het gezelschap of de leden daarvan. Volgens Hof Den Bosch moet de artiest de hoogte van die kosten aannemelijk maken. Een buitenlandse popartiest wilde alle kosten van reizen met zijn privé-vliegtuig naar en van een optreden in Nederland in de beschikking opgenomen zien. Het optreden was onderdeel van een Europese tournee. Het Hof was van oordeel, dat toerekening van de totale kosten aan Nederland niet redelijk was, maar dat deze voor de helft moesten worden toegerekend aan het daaraan voorgaande en het daarop volgende concert in het buitenland. Het door de inspecteur geaccepteerde bedrag was niet te laag. De kosten van de Nederlandse belastingadviseur konden niet in de beschikking worden verwerkt, omdat belastingvrije vergoeding van dergelijke kosten aan een werknemer niet mogelijk is.