14 mei 2007 | Hof Den Haag | jurisprudentie | LJN-nummer: AP8936 Zaaknr: BK 1903/02
Iemand volgde naast haar werk een opleiding. Per jaar bestond de opleiding uit tien opleidingsweekenden, een vijfdaagse workshop en twee keer per maand een huiswerk- of studiebijeenkomst. De opleidingsweekenden vonden plaats in een kampeerboerderij, die door het opleidingsinstituut werd gehuurd. Een opleidingsweekend kende vijf sessies van maximaal drie uur. De kosten van huisvesting tijdens deze weekends werden afzonderlijk in rekening gebracht naast de directe opleidingskosten. Het ging om een bedrag van ƒ 1.200 in het jaar 2000. De studente wilde zowel de directe opleidingskosten als de huisvestingkosten als studiekosten in aftrek brengen. De inspecteur stond de aftrek van de huisvestingskosten niet toe. In geschil voor Hof Leeuwarden was of deze aftrek terecht was geweigerd. Het Hof stond aftrek toe van 36% van de huisvestingskosten, omdat de lessen 36% van de verblijfsduur in de kampeerboerderij besloegen. Het overige deel van de huisvestingskosten moest volgens het hof worden aangemerkt als kosten van levensonderhoud. Die kosten gelden niet als studiekosten en kunnen dus niet in aftrek worden gebracht.