14 mei 2007 | Overig | jurisprudentie | LJN: AV1457, AWB 05/0792
De voordelen die een ondernemer behaalt met de uitoefening van zijn onderneming zijn belast. Voordelen die een ondernemer in de privésfeer behaalt zijn niet belast, tenzij sprake is van resultaat uit een werkzaamheid. De belastingdienst was van mening dat een echtpaar dat in een vennootschap onder firma (VOF) een bouwbedrijf uitoefende, winst behaalde bij de bouw van drie bungalows in een recreatiepark. Zij kochten in juli 1996 in privé drie kavels grond. Daarop bouwden zij, geholpen door een broer, drie vakantiebungalows. De eerste bungalow was klaar in augustus 1997, de tweede en de derde in de zomer van 1998. De financiering vond plaats met een hypothecaire geldlening in privé. De bouwmaterialen werden van een privérekening betaald. De belastingdienst taxeerde de totale waarde in vrij opleverbare staat op ƒ 456.000. Vanaf mei 1998 vond incidenteel verhuur van de bungalows plaats. Met ingang van 1 januari 1999 werden de bungalows via de beheerder van het recreatiepark voor verhuur aangeboden. Na een boekenonderzoek bij de VOF corrigeerde de belastingdienst de winst van de VOF met het resultaat uit de bouw van de bungalows. De winstcorrectie leidde tot het opleggen van navorderingsaanslagen. Voor de rechtbank Breda was in geschil of er een correctie op de winst van de VOF moest plaatsvinden vanwege de realisatie van de bungalows c.q. in verband met door de leveranciers verleende kortingen dan wel of er sprake was van andere inkomsten uit arbeid. De vennoten betoogden dat het nooit de bedoeling was geweest de in privé aangekochte grond in de VOF in te brengen. De bungalows waren gebouwd als belegging. De winst moest worden gecorrigeerd met de van de leveranciers van de VOF bedongen korting van 10%. De inspecteur stelde zich op het standpunt dat de bungalows bedoeld waren voor de verkoop. De bouw paste binnen de feitelijke werkzaamheden van de VOF en had voor meer dan 70% plaatsgevonden in de reguliere uren van de VOF. Er moest een winstopslag op de materialen worden berekend van 5%. De rechtbank beantwoordde de vraag of de bouw van de vakantiebungalows in de ondernemingssfeer had plaatsgevonden ontkennend. De vennoten hadden de bungalows samen met familieleden en zonder gebruik te maken van personeelsleden en materialen van de VOF en met sporadisch gebruikmaken van bedrijfsmiddelen van de VOF gebouwd. De waardestijging die als gevolg van de bouw werd gerealiseerd behoorde niet tot de winstsfeer.De rechtbank stelde het voordeel dat werd behaald door gebruikmaking van bedrijfsmiddelen van de VOF vast op ƒ 5.000. De rechtbank vond een winstopslag op de materialen niet op zijn plaats omdat de bungalows niet binnen de ondernemingssfeer waren gerealiseerd en de materialen niet door de VOF maar door de vennoten waren gekocht. Alleen de genoten korting was een gevolg van het bestaan van de onderneming en moest als voordeel voor de onderneming worden aangemerkt. Vanwege het ontbreken van een realisatiemoment hadden de vennoten geen andere inkomsten uit arbeid (resultaat uit werkzaamheid) behaald met de bouw van de vakantiebungalows.