In strafzaak vastgesteld inkomen en vermogen leidt tot oordeel, dat vereiste aangifte niet is gedaan

14 mei 2007 | Hof Amsterdam | jurisprudentie | LJN-nummer: AF9268 Zaaknr: 99/03274

Na aanvankelijk door de rechtbank te zijn veroordeeld wegens criminele activiteiten is de betrokken persoon wegens gebrek aan bewijs door het gerechtshof daarvan vrijgesproken. De belastingdienst heeft hem naar aanleiding van de strafzaak navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en vermogensbelasting opgelegd in verband met de inkomsten uit criminele activiteiten. In de strafzaak heeft de advocaat van de betrokkene een overzicht verstrekt van zijn inkomen en vermogen. Dat is aanzienlijk meer dan door hem is aangegeven. Het Hof acht aan de hand van afgeluisterde telefoongesprekken bewezen, dat de betrokkene zakelijke activiteiten in de criminele sfeer heeft verricht. Gelet op de verschillen in inkomen en vermogen heeft de betrokkene niet de vereiste aangifte gedaan. Dat heeft tot gevolg, dat hij moet bewijzen, dat de door de inspecteur vastgestelde aanslag niet juist is. De inspecteur heeft het inkomen geschat op ƒ 10 miljoen. Die schatting is volgens het Hof niet onredelijk. Het door de inspecteur vastgestelde vermogen van ƒ 10 miljoen wordt verminderd met de inkomstenbelastingschuld over het geschatte inkomen.