14 mei 2007 | Hof Den Haag | jurisprudentie | LJN-nummer: AO3268 Zaaknr: BK-02/03710
Een echtpaar dreef gezamenlijk een onderneming in de vorm van een VOF. De vrouw was daarnaast parttime in loondienst werkzaam. Door een correctie op het aangegeven inkomen overschreed het inkomen van de man de inkomensgrens voor indeling van zijn echtgenote in tariefgroep 3. Door middel van een aanpassing van de winstverdeling van de VOF wilde het echtpaar alsnog indeling in tariefgroep 3 bereiken. De inspecteur vond de nieuwe winstverdeling niet zakelijk. Hof Den Haag wees erop, dat de vennoten de investeringsaftrek vrijelijk konden toedelen. Op grond van die mededeling rekenden de vennoten de gehele investeringsaftrek toe aan de man, met als gevolg, dat het inkomen van de man onder de grens daalde, waardoor indeling in tariefgroep 3 voor de vrouw mogelijk werd. De inspecteur nam tijdens de zitting als nader standpunt in, dat de oorspronkelijke winstverdeling onzakelijk was. Dat standpunt werd door het Hof niet gehonoreerd, omdat hij eerder uitdrukkelijk had verklaard de gekozen verdeling zakelijk te achten.