Inleggeld in coöperatie was onderdeel van vergoeding voor prestaties

14 mei 2007 | Hof Den Bosch | jurisprudentie | LJN: AU5248, 02/04921

Een coöperatie sloot mestafname- en verwerkingsovereenkomsten met haar leden. De leden betaalden inleggeld. Een deel daarvan werd in 2000 gebruikt voor de financiering van een mestverwerkingsinstallatie. De betaling van inleggeld gaf het recht om gedurende twee jaar gebruik te maken van deze installatie tot een maximum aantal te verwerken kubieke meters per jaar.Leden die minder dan de overeengekomen hoeveelheid lieten verwerken kregen geen inleggeld terug. Leden die meer mest lieten verwerken betaalden over de meer verwerkte mest alsnog inleggeld. Het bestuur van de coöperatie betaalde aan vier leden die hun bedrijf beëindigden het inleggeld over de niet verwerkte kubieke meter terug. Over de inleggelden werd geen omzetbelasting berekend. De inspecteur legde een naheffingsaanslag omzetbelasting op uitgaande van de betaalde inleggelden door leden en de betaalde verwerkingsprijzen als totale vergoeding, belast tegen het lage tarief. In geschil was of de coöperatie prestaties tegen een vergoeding verrichtte en of de inleggelden tot de vergoeding moesten worden gerekend. Indien dat laatste het geval was moest worden beoordeeld of op de inleggelden de vrijstelling voor kredietverlening van toepassing was. Het Hof was van oordeel dat de coöperatie overeenkomsten had gesloten om tegen betaling mest te verwerken. Het inleggeld werd door de leden in rechtstreeks verband met het verkrijgen van hun recht op verwerking van mest betaald. Volgens het Hof was geen sprake van jaarlijks te betalen bedragen voor het lidmaatschap van de coöperatie. De coöperatie verrichtte geen andere prestaties en dus was er geen aanleiding om een gedeelte van het inleggeld aan deze andere prestaties toe te rekenen. Het gehele inleggeld vormde de vergoeding voor een prestatie. Tenslotte oordeelde het Hof dat de betaling van inleggelden niet de verstrekking van een krediet was. Er was immers niet voldaan aan de kenmerken van een lening zoals het opnemen van een terugbetalingsverplichting en/of een rentevergoeding. De vrijstelling van omzetbelasting voor kredietverstrekking was niet van toepassing.