14 mei 2007 | Hof Amsterdam | jurisprudentie | LJN-nummer: AE7517 Zaaknr: 01/00462
De termijn die de belastingdienst heeft voor het opleggen van een aanslag vennootschapsbelasting loopt af aan het einde van het derde jaar na het jaar waarop de aanslag betrekking heeft. Deze termijn wordt verlengd met de periode, waarvoor de vennootschap uitstel heeft gekregen voor het indienen van de aangifte. Een BV had voor de aangifte vennootschapsbelasting 1996 9 maanden uitstel gehad voor het doen van aangifte. De termijn om een aanslag op te leggen verliep dus op 30 september 2000. De aanslag werd op 10 oktober 2000 ontvangen met dagtekening 30 september 2000. Vanwege die latere ontvangst stelde de BV, dat de aanslag na 30 september moest zijn verzonden en dus te laat was opgelegd. Bij verzending na de dagtekening van de aanslag geldt de datum van verzending als datum van vaststelling van de aanslag. De inspecteur kon echter aantonen, dat de partij aanslagen waartoe de aanslag van de BV hoorde op 28 september was verzonden. De aanslag was dus tijdig vastgesteld.