Inspecteur heeft inzagerecht in verslagen van directie- en commissarissenvergaderingen

14 mei 2007 | Hoge Raad | jurisprudentie | LJN: AR6468, AU3140; 38 809, 38 810

In een procedure voor de Hoge Raad was aan de orde of de weigering van een belastingplichtige om de inspecteur op diens verzoek inzage te verlenen in de verslagen van de management- en commissarissenvergaderingen moest leiden tot omkering van de bewijslast. Hof Amsterdam was van oordeel dat omkering van de bewijslast in dit geval een niet redelijk gevolg van de weigering zou zijn vanwege het verwachte geringe belang voor de geschilpunten. Volgens de Hoge Raad plegen verslagen van directie- en commissarissenvergaderingen gegevens te bevatten die voor de belastingheffing van belang kunnen zijn. Het niet overleggen van de gevraagde verslagen leidt altijd tot omkering van de bewijslast. Verder was aan de orde of een inspecteur mag vragen om inzage in een due diligencerapport en of de weigering om daaraan gevolg te geven, leidt tot omkering van de bewijslast. Volgens de Hoge Raad mag de inspecteur zijn bevoegdheid niet gebruiken om kennis te krijgen van rapporten en andere geschriften van derden die de fiscale positie van de belastingplichtige belichten of hem daaromtrent adviseren. Dat geldt ook voor onderdelen van geschriften die met dat doel gegevens van feitelijke of beschrijvende aard bevatten. De andere onderdelen van een dergelijk rapport moeten desgevraagd wel worden verstrekt. Het kan nodig zijn om het betreffende document te splitsen of te schonen.De Hoge Raad heeft de uitspraak van het Hof vernietigd en de zaak verwezen naar Hof Amsterdam.