Inspecteur mag in (hoger) beroep nieuwe gronden aanvoeren

16 december 2010 | Hoge Raad | jurisprudentie | LJN BO6786, 09/05017

De Hoge Raad heeft in een recent arrest uitleg gegeven van de goede procesorde. Volgens de Hoge Raad mag de inspecteur in een procedure voor de rechtbank tegen een uitspraak op bezwaar een ander standpunt innemen dan hij in de bezwaarfase heeft gedaan ter ondersteuning van de opgelegde aanslag zoals die na de uitspraak op bezwaar luidt. Beide partijen mogen in hoger beroep alle gronden voor verweer aanvoeren. Zowel voor het wijzigen van standpunt als voor het voeren van verweer geldt de beperking, dat dit niet is toegestaan als het standpunt of het verweer eerder ondubbelzinnig is prijsgegeven of wanneer het wordt aangevoerd onder zodanige omstandigheden, dat behandeling ervan leidt tot een inbreuk op de goede procesorde. In de parlementaire geschiedenis van de Wet belastingrechtspraak in twee feitelijke instanties is opgemerkt dat in het belastingrecht in hoger beroep de herkansingsfunctie voorop staat, en dat daarom als regel nieuwe beroepsgronden, argumenten en bewijsmiddelen in hoger beroep kunnen worden aangevoerd, tenzij een goede procesorde zich daartegen verzet.