Inspecteur mag minnelijke taxatie aanvullen bij wijziging van omstandigheden

14 mei 2007 | Hof Den Haag | jurisprudentie | LJN-nummer: AF1112 Zaaknr: BK 718/01

Een ondernemer doet aan de belastingdienst een verzoek om een gezamenlijke taxatie van zijn onroerende zaken in verband met de overdracht van zijn landbouwbedrijf. Die taxatie wordt uitgevoerd. Vervolgens blijkt bij de behandeling van zijn aangifte inkomstenbelasting over dat jaar, dat hij zijn onderneming niet heeft verkocht maar heeft beƫindigd. De inspecteur laat een nadere taxatie uitvoeren en corrigeert het aangegeven inkomen. In de procedure voor Hof Leeuwarden is in geschil of de inspecteur bevoegd was tot een nadere taxatie. Het Hof is van oordeel, dat de inspecteur daartoe bevoegd was wegens de onjuiste informatie in het verzoek. Voorts is in geschil in hoeverre rekening gehouden met worden met de waardedrukkende factor van zelfbewoning. De inspecteur had deze factor alleen op het woonhuis toegestaan. Volgens het Hof dient deze ook op de ondergrond van de woning te worden toegepast. De ondernemer wenste de factor ook op de bijgebouwen en overige grond te hanteren. Dat stond het Hof niet toe, omdat de bijgebouwen ter vrije beschikking stonden en geen deel uitmaakten van de woning.