Integratieheffing van toepassing op door verzorgingsinstelling gebouwde woningen

14 mei 2007 | Hof Den Bosch | jurisprudentie | LJN: AU3555, 01/00392

Een verzorgings- en verplegingsinstelling voor mensen met gehoorstoornissen liet op eigen grond een aantal wooneenheden voor patiënten bouwen. De patiënten woonden niet alleen in deze wooneenheden maar werden daar ook begeleid en verzorgd door personeel van de instelling. De bouwkosten bedroegen in totaal ƒ 781.715 exclusief omzetbelasting. Aan de instelling werd in totaal ƒ 131.847 aan omzetbelasting in rekening gebracht. De instelling droeg bij het in gebruik nemen van de woningen geen omzetbelasting af. De aan de instelling in rekening gebrachte omzetbelasting verrekende zij niet als voorbelasting.De belastingdienst was van mening dat de instelling een interne levering verrichtte bij het in gebruik nemen van de woningen en legde een naheffingsaanslag op, rekening houdend met aftrek van voorbelasting. De instelling was het met de naheffingsaanslag niet eens. Zij bestreed dat zij ondernemer was voor de omzetbelasting en beriep zich voor het geval zij wel ondernemer was op een resolutie van de staatssecretaris van Financiën. In deze resolutie keurde de staatssecretaris goed, dat woningcorporaties geen integratieheffing hoefden toe te passen over verhuurde woningen. De resolutie bevatte ook een bepaling voor ziekenhuizen en bejaardentehuizen. Hof Den Bosch was van oordeel dat de instelling ondernemer was voor de omzetbelasting omdat er een koppeling bestond tussen de hoogte van de uitkeringen die de instelling ontving en de door haar geleverde prestaties. Het Hof wees het beroep op toepassing van de resolutie af. Deze had alleen betrekking op de vrijgestelde verhuur van woningen en niet op andere vrijgestelde prestaties van de in de resolutie genoemde exploitanten. De wooneenheden van de instelling werden niet verhuurd, waardoor er geen sprake kon zijn van door de resolutie gewekt vertrouwen. De resolutie leidde niet tot schending van het gelijkheidsbeginsel omdat geen sprake was van gelijke gevallen.