Interne levering voor oplevering tussenbouw tussen twee bestaande panden

14 mei 2007 | Overig | jurisprudentie | LJN: AU8709, AWB 05/480

Een woningbouwstichting kocht twee bestaande panden die als eigen kantoorruimte zouden gaan dienen. Vervolgens kocht de stichting het tussen deze panden gelegen perceel grond. Ten tijde van de aankoop en de levering was de grond onbebouwd en in gebruik als tuin. De stichting liet op het perceel een verbinding bouwen tussen de bestaande panden. De tussenbouw was alleen via de andere panden toegankelijk. De woningbouwstichting verrichtte voor 98 % van omzetbelasting vrijgestelde prestaties. In verband met de tussenbouw had de stichting geen omzetbelasting aangegeven. De inspecteur was van mening dat de tussenbouw een nieuw vervaardigd goed was. Bij de ingebruikneming daarvan in 2002 vond een interne levering voor de omzetbelasting plaats. In verband daarmee legde de inspecteur een naheffingsaanslag omzetbelasting op. In geschil voor de rechtbank Breda was of de tussenbouw als zodanig een nieuw vervaardigd goed was. Tussen partijen was niet in geschil dat het gehele complex door de tussenbouw niet één nieuw vervaardigd goed was. Noch de functie, noch het aangezicht van het complex als geheel waren zodanig gewijzigd dat een goed was ontstaan dat tevoren niet bestond. Voor de tussenbouw als zodanig was dit anders. Waar eerst een tuin was, stond nu een gebouw dat uiterlijk volstrekt afwijkend was van de panden waarmee het was verbonden. De rechtbank vond dit gebouw voldoende zelfstandigheid hebben om als een afzonderlijk geheel te worden gebruikt, gezien de daarin aangebrachte voorzieningen.