Italiaans personeel voor chartervluchten in Nederland sociaal verzekerd

14 mei 2007 | Centrale Raad van Beroep | jurisprudentie | LJN: AU6431, 03/580

Een luchtvaartmaatschappij verzorgde van 1994 tot en met 1999 chartervluchten vanuit Italië naar Griekenland en Spanje. Daarbij werd gebruik gemaakt van de diensten van stewardessen die in Italië woonden en de Italiaanse nationaliteit bezaten. Zij werden geworven in Italië en werkten uitsluitend op de genoemde chartervluchten. Het hoofd van de afdeling Internationale detachering van de Sociale Verzekeringsbank verklaarde desgevraagd dat naar zijn mening op grond van de EG-verordening 1408/71 de Italiaanse wetgeving van toepassing was. Toepassing van de Nederlandse sociale zekerheidswetgeving leek niet aan de orde omdat er niet op Nederlands grondgebied werd gewerkt en de stewardessen niet voorafgaand Nederlands verzekerd waren. In 1999 stelde de belastingdienst zich op het standpunt dat de stewardessen onder de Nederlandse volksverzekeringswetten vielen en dat premieheffing slechts achterwege kon blijven als er een overeenkomst was waarbij de Italiaanse wetgeving met terugwerkende kracht van toepassing werd verklaard. Een dergelijke overeenkomst werd niet gesloten. De SVB heeft GAK Nederland BV meegedeeld dat de Italiaanse stewardessen met terugwerkende kracht vanaf 1996 onderworpen waren aan de Nederlandse sociale verzekeringswetgeving. Het UWV legde eind 2000 correctienota’s op over de jaren 1995 tot en met 1999. De hoofdregel voor werknemers in het internationale vervoer is volgens de EG-verordening 1408/71 dat de wetgeving van de lidstaat waar de onderneming haar zetel heeft van toepassing is. Uitzonderingen op de hoofdregel zijn de situatie waarin iemand werkzaam is bij een filiaal of een vaste vertegenwoordiging van de onderneming in een andere lidstaat en de situatie waarin iemand zijn werkzaamheden in hoofdzaak verricht in het woonland. De luchtvaartmaatschappij had haar zetel in Nederland en dus was, behoudens uitzondering, de Nederlandse wetgeving van toepassing. Naar het oordeel van de Centrale Raad van Beroep deed zich hier geen uitzondering voor. Er was geen filiaal of een vaste vertegenwoordiging in Italië. Verder verrichtten de stewardessen hun werkzaamheden niet in hoofdzaak in Italië. Voor de beantwoording van de vraag of een werknemer in hoofdzaak werkzaam is op het grondgebied van de lidstaat waar hij woont, moet worden gekeken naar de totale voor hem gebruikelijke arbeidstijd, met inbegrip van de tijd waarin buiten het grondgebied van enige lidstaat wordt gewerkt. De Centrale Raad van Beroep was van oordeel dat op de stewardessen uitsluitend Nederlands recht van toepassing was.Aan de brief van het hoofd van de afdeling Internationale detachering van de SVB kon het luchtvaartbedrijf volgens de Centrale Raad van Beroep geen in rechte te beschermen vertrouwen ontlenen. De brief bevatte niet meer dan de persoonlijke visie van een functionaris van een niet bevoegd bestuursorgaan. De gemachtigde van het luchtvaartbedrijf had kunnen en moeten weten dat er sprake was van een niet bevoegd orgaan.