14 mei 2007 | Hoge Raad | jurisprudentie | LJN-nummer: AN7741 Zaaknr: 38049
Giften, dat zijn betalingen zonder dat daar een individuele tegenprestatie tegenover staat, die een belastingplichtige aan een instelling, die het algemeen nut beoogt, zijn aftrekbaar van het inkomen, voorzover het totaal van de giften in een jaar de drempel van 1% van het verzamelinkomen overschrijden. De beoordeling of een instelling het algemeen nut beoogt is afhankelijk van de activiteiten. Die mogen voor niet meer dan de helft een particulier belang dienen. Hoewel de tekst van de wettelijke bepaling anders lijkt te bedoelen, houdt de vaststelling, dat een instelling een kerkelijke of levensbeschouwelijke instelling is niet zonder meer in dat deze dan ook het het algemeen nut beoogt. Tot dat oordeel kwam de Hoge Raad al in eerdere arresten. In de onderhavige procedure betrof het een gift aan de Scientology Kerk Amsterdam. Hof Amsterdam stelde vast, dat het om een levensbeschouwelijke instelling ging en verbond daaraan de conclusie dat de Scientology Kerk dus het algemeen belang diende. De Hoge Raad heeft die uitspraak van Hof Amsterdam onder verwijzing naar eerdere arresten vernietigd. Zonder beoordeling van de activiteiten kan niet worden vastgesteld dat een instelling het algemeen nut beoogt. Degene, die zich op de aftrek van de gift beroept moet het bewijs daarvoor leveren als de inspecteur bestrijdt, dat het om een algemeen nut beogende instelling gaat. Hof Den Haag moet nu onderzoeken of de werkzaamheden van de kerk voor tenminste 50% een algemeen belang dienen.