Keuze voor fictieve buitenlandse belastingplicht mag bij aangifte IB nog worden gemaakt

14 mei 2007 | Hof Den Bosch | jurisprudentie | LJN-nummer: AE7603 Zaaknr: 99/00219

Een buitenlandse werknemer werd overgeplaatst naar een in Nederland gevestigde dochteronderneming. Hij vroeg en kreeg toepassing van de 35%-regeling (nu: 30%-regeling). In het verzoek was aangegeven, dat hij als fictief buitenlands belastingplichtige wilde worden aangemerkt. Bij de aangifte wilde hij daarop terugkomen. Dat stond de inspecteur niet toe, omdat op een gemaakte keus niet kan worden teruggekomen. Volgens het Hof is daarmee bedoeld, dat keuzevrijheid bestaat tot het laatste moment waarop de keuze moet worden gemaakt en dat daarop, in een later jaar niet meer kan worden teruggekomen. Met het houden van de werknemer aan zijn eerder gemaakte keus was geen redelijk doel gediend.