Keuze voor fiscaal partnerschap nog mogelijk ondanks onherroepelijke aanslag van huisgenoot

14 mei 2007 | Hof Amsterdam | jurisprudentie | LJN-nummer: AO9635 Zaaknr: 03/03894

Twee samenwonende personen hebben in hun aangifte inkomstenbelasting aangekruist, dat zij niet als elkaars fiscale partner willen worden aangemerkt. In een verzoek om voorlopige teruggaaf hadden zij aangegeven wel als partner te willen worden aangemerkt. Volgens Hof Amsterdam kan zolang de aanslag niet onherroepelijk vaststaat op de gemaakte keuze worden teruggekomen. Op grond van een besluit van het ministerie van Financiƫn kan het voor partnerschap benodigde gezamenlijke verzoek ook nog gedaan worden als de huisgenoot nog verwikkeld is in een bezwaar- of beroepsprocedure over zijn aanslag voor het betreffende jaar, ongeacht of dat er toe zou leiden dat de huisgenoot meer belasting en premie volksverzekeringen verschuldigd zou worden. Het alsnog uitbrengen van de gezamenlijke keuze kan dan aanleiding zijn voor het opleggen van een navorderingsaanslag bij de huisgenoot. In dit geval stond de aanslag van de huisgenoot onherroepelijk vast. Het alsnog aanmerken als partner heeft geen gevolgen voor de aanslag van de huisgenoot. Het belang van de keuze is de toekenning van de volledige algemene heffingskorting. Het inkomen van de belanghebbende in deze procedure was te laag om de algemene heffingskorting te kunnen verrekenen. Het Hof staat toe, dat alsnog de keuze wordt gemaakt, omdat het niet inziet waarom de belanghebbende haar rechten op de algemene heffingskorting wel zou kunnen effectueren als haar huisgenoot nog een procedure over zijn aanslag zou voeren en niet wanneer de aanslag van haar huisgenoot onherroepelijk vaststaat.