Kilometertelleronderbreker maakt kilometeradministratie onbetrouwbaar

14 mei 2007 | Overig | jurisprudentie | LJN: AX7763, 05/3756

Bij de registratie van een auto in Nederland moet BPM worden betaald. Er geldt een aantal vrijstellingen, waaronder een vrijstelling voor auto’s die als taxi worden gebruikt. De vrijstelling voor taxi’s bestaat uit een teruggaafregeling van betaalde BPM. Voorwaarde is dat de auto voor tenminste 90 % is gebruikt voor taxivervoer. Wanneer dat achteraf niet het geval blijkt te zijn wordt de teruggave van BPM ongedaan gemaakt door het opleggen van een naheffingsaanslag. Het taxibedrijf kan het gebruik van de auto als taxi bewijzen met behulp van een kilometeradministratie. In een voorkomend geval merkte de belastingdienst de kilometeradministratie van een taxibedrijf aan als onbetrouwbaar en legde een naheffingsaanslag BPM op. Bij een controle die de belastingdienst had uitgevoerd bij een inbouwbedrijf van taximeters was duidelijk geworden dat er een kilometertelleronderbreker was ingebouwd in de auto. Op die manier kon met de auto worden gereden zonder dat de kilometerstand van de auto opliep. Ondanks de ontkenning van de eigenaar van het taxibedrijf dat hij een dergelijke onderbreker in zijn auto had laten inbouwen was de rechtbank van oordeel dat het door de belastingdienst aangevoerde bewijs dat er wel een onderbreker was ingebouwd overtuigender was. Op die grond vond de rechtbank de kilometeradministratie onbetrouwbaar. De eigenaar had geen ander bewijs dat aan het 90 %-criterium was voldaan, zodat de naheffingsaanslag in stand bleef.