14 mei 2007 | Hof Amsterdam | jurisprudentie | LJN-nummer: AO1412 Zaaknr: 02/05411
Een medisch specialist was als ondernemer werkzaam in een ziekenhuis. Daarnaast was hij, eveneens als medicus, werkzaam als reserve-officier bij de Landmacht. Voor die werkzaamheden was hij in loondienst. Jaarlijks bezocht hij een congres van militaire medisch specialisten. De kosten daarvan bracht hij in mindering op zijn winst uit onderneming. Hof Den Haag was van oordeel, dat er voldoende verband tussen de congreskosten en de uitgeoefende medische praktijk was om deze kosten als uitsluitend betrekking hebbend op de onderneming aan te merken. De militaire achtergrond van de congressen en het feit dat de specialist als reserveofficier werkzaam is bij de Koninklijke Landmacht vond het Hof niet van belang, evenmin als de omstandigheid dat hij zijn looninkomsten slechts heeft kunnen verwerven als arts met deskundigheid op het terrein van specifiek militair-medische risico's. Het Hof verwierp het standpunt van de inspecteur dat de congreskosten aan de looninkomsten moesten worden toegerekend. Wel heeft het Hof nog overwogen de congreskosten naar rato toe te rekenen aan de onderneming en de dienstbetrekking, maar het heeft daarvan afgezien. Het oordeel van het Hof had tot gevolg, dat de congreskosten volledig aftrekbaar waren.