Kosten naheffingsaanslag parkeerbelasting en aanbrengen wielklem mogen raming niet overtreffen

14 mei 2007 | Hof Amsterdam | jurisprudentie | LJN-nummer: AL3288 Zaaknr: 01/03183; LJN-nummer: AL2188 Zaaknr: 01/03182

Bij het opleggen van een naheffingsaanslag parkeerbelasting mogen gemeenten de kosten, die met het naheffen gemoeid zijn, in rekening brengen. Daarbij geldt, dat de kosten niet hoger mogen zijn dan volgens de raming en voorts in 1998 niet hoger dan ƒ 65. In een langlopende procedure (tegen de uitspraak op bezwaar van de gemeente werd beroep ingesteld bij Hof Den Haag, vervolgens werd beroep in cassatie ingesteld bij de Hoge Raad, die de zaak verwees naar Hof Amsterdam) komt het Hof tot de vaststelling, dat de kosten die de gemeente in rekening brengt lager liggen dan de aan naheffingsaanslagen toe te rekenen kosten. Bij het aanbrengen van wielklemmen geldt ten aanzien van de kosten hetzelfde. In 1998 bracht de gemeente Den Haag per wielklem een bedrag van ƒ 100 in rekening. Dat was minder dan de daaraan toe te rekenen kosten.