14 mei 2007 | Hoge Raad | jurisprudentie | LJN: AU3551, 40379
In een procedure over de WOZ-waarde van een onroerende zaak kende Hof Amsterdam aan de eigenaar daarvan een proceskostenvergoeding toe van € 10. Het Hof was van oordeel dat de eigenaar alleen reiskosten had gemaakt om de zitting bij te kunnen wonen. De eigenaar van het pand was het met dat oordeel niet eens en ging in cassatie. In de procedure voor het Hof had hij gevraagd om de tegenpartij te veroordelen tot het vergoeden van zijn proceskosten. Die bestonden onder meer uit een bedrag van ƒ 750 dat hij had betaald voor een rapport van een makelaar waarmee hij voor het Hof zijn standpunt had onderbouwd. Op grond van het Besluit Proceskosten Bestuursrecht komen dergelijke kosten voor vergoeding in aanmerking. Het oordeel van het Hof dat er naast de reiskosten geen kosten waren die voor vergoeding in aanmerking kwamen was daarom niet juist. Het Hof had moeten onderzoeken welke kosten in dit geval voor vergoeding in aanmerking kwamen en had de eigenaar zo nodig in de gelegenheid moeten stellen om bewijs van de door hem gemaakte kosten aan te voeren.