14 mei 2007 | Hoge Raad | jurisprudentie | LJN: AS4911, 39999
De Hoge Raad heeft een uitspraak over de heffing van gemeentelijke leges voor de behandeling van een aanvraag voor een bouwvergunning vernietigd. De gemeente had in het bedrag aan leges advieskosten van de welstandscommissie opgenomen. De belanghebbende betoogde dat de Legesverordening 2001 van de gemeente onverbindend was wegens strijd met de Gemeentewet. Op dat betoog moest de Hoge Raad ingaan ook al zou de belanghebbende voor het Hof dezelfde klacht hebben ingetrokken. De regel dat belastingheffing slechts kan geschieden uit kracht van de wet is namelijk van openbare orde en dus kan een procespartij van een beroep op die regel geen afstand doen.Bij zijn verweerschrift voor het Hof had de heffingsambtenaar van de gemeente de Tarieven Welstand- en monumentencommissie Dorp, Stad en Land overgelegd, waarin een staffel was opgenomen voor de tariefkosten welstand- en monumentencommissie. De door de welstandscommissie opgestelde tarievenlijst was geen onderdeel van de Legesverordening 2001 en was niet door de gemeenteraad vastgesteld. Volgens de Hoge Raad was de Tarieventabel bij de Legesverordening 2001 onverbindend voor het gedeelte dat was vermeld onder het hoofd "Adviezen welstandscommissie".