14 mei 2007 | Hof Den Bosch | jurisprudentie | LJN-nummer: AH9192 Zaaknr: 99/01246
Een kunstgrasmat, die wordt gebruikt voor een sportveld, is een onroerende zaak. Hof Den Haag heeft dat oordeel gebaseerd op het feit, dat de mat weliswaar los op de ondergrond ligt, maar dat verwijdering alleen door een gespecialiseerd bedrijf kan gebeuren voor een bedrag van ongeveer ƒ 40.000. Zonder mat is geen sprake van een verhuurbaar sportveld aldus het Hof. Dat heeft tot gevolg, dat verhuur van een kunstgrasveld is vrijgesteld van omzetbelasting, tenzij door verhuurder en huurder gezamenlijk een verzoek is ingediend voor belaste verhuur. Dat verzoek was in deze casus niet gedaan, omdat de verhuurder van mening was, dat de mat een roerende zaak was. Dan is de verhuur steeds belast en hoeft dus geen verzoek te worden gedaan. Aangezien sportverenigingen geen belaste prestaties verrichten kunnen zij de in rekening gebrachte omzetbelasting niet verrekenen. Onder de huidige regelgeving is uitzondering van de vrijstelling voor verhuur niet meer mogelijk als de huurder geen belaste prestaties verricht.