Kwijtschelding lening door moeder vormt winst dochter

14 mei 2007 | Hof Den Bosch | jurisprudentie | LJN-nummer: AE4398 Zaaknr: 00/00257

Een moedermaatschappij verstrekt leningen aan haar structureel verliesgevende dochtermaatschappij. Een groot gedeelte daarvan is kwijtgescholden. Een kwijtschelding van niet te innen vorderingen is geen winst, voor zover er bij de dochter geen te verrekenen verliezen bestaan. De dochter heeft die kwijtscheldingen als informele kapitaalstorting aangemerkt en dus buiten de winstberekening gehouden. De inspecteur is van mening, dat de dochtermaatschappij wellicht een prestatie heeft geleverd aan de aandeelhouder. Hij leidt dat af uit notulen van de aandeelhoudersvergaderingen, waarin de kwijtscheldingen als een vergoeding voor zekere activiteiten wordt aangemerkt. Het Hof heeft vastgesteld, dat de kwijtscheldingen niet als informeel kapitaal zijn aan te merken. De dochter gaat in cassatie bij de Hoge Raad. De Hoge Raad stelt vast, dat het Hof de vraag, of op het moment van die leningen niet al duidelijk was, dat de leningen nooit (helemaal) zullen worden terugbetaald, niet heeft beantwoord. Die vraag moet \hof Den Bosch beantwoorden. In dat geval is die lening minder waard dan het nominale bedrag. Volgens de dochter heeft, door haar positie als kleintje in een markt die door enkele groten wordt gedomineerd, nooit uitzicht bestaan op terugbetaling van de leningen. Omdat niet kan worden uitgesloten, dat de kwijtschelding de vergoeding voor een door de dochter geleverde dienst vormt, is in ieder geval geen sprake van een informele kapitaalstorting. Het beroep op een vrijgestelde kwijtscheldingswinst komt te laat, omdat in verwijzing alleen maar het antwoord op de bovengenoemde vraag moet worden beantwoord. De dochter heeft niet kunnen aantonen, dat de lening een informele kapitaalstorting is. Dat betekent, dat de kwijtscheldingen leiden tot winst bij de dochtermaatschappij.