Kwijtschelding vordering na verjaring was zakelijk

14 mei 2007 | Hof Den Bosch | jurisprudentie | LJN: AY6069, 05/00464

De wet op de inkomstenbelasting kent een vrijstelling van kwijtscheldingswinst. Voorwaarde voor toepassing van de vrijstelling is dat de kwijtschelding betrekking heeft op niet voor verwezenlijking vatbare rechten. Daarvan is sprake als een redelijk oordelende en zakelijk handelende crediteur tot het oordeel is gekomen dat inning en verhaal vruchteloos zijn of tot maatschappelijk onaanvaardbare gevolgen zouden leiden. De vraag is of een crediteur zakelijk handelt wanneer hij een verjaarde vordering kwijtscheldt. Hof Den Bosch heeft deze vraag bevestigend beantwoord. De crediteur moest bij zijn pogingen om de vordering te innen rekening houden met de mogelijkheid dat de debiteur zich zou beroepen op de verjaring. Na het verjaren van de vordering resteerde er slechts een natuurlijke verbintenis om de schuld te voldoen. Alleen in een aantal specifieke gevallen kan na verjaring betaling worden afgedwongen. Deze gevallen deden zich niet voor. Daarom was kwijtschelding van de vordering niet onzakelijk. De kwijtscheldingswinst van de debiteur was onder die omstandigheden vrijgesteld van inkomstenbelasting.