Kwijtscheldingswinst ondanks paulianeuze handelingen

14 mei 2007 | Overig | jurisprudentie | LJNBA0821, AWB 06/1302

Alle voordelen die een ondernemer behaalt met zijn onderneming behoren tot zijn belastbare winst. Er geldt een uitzondering voor zogenaamde kwijtscheldingswinst. Dat is de winst die een ondernemer behaalt doordat een schuldeiser zijn vordering op de ondernemer kwijtscheldt omdat verhaal van die vordering onmogelijk is geworden. Kwijtscheldingswinst is vrijgesteld voor zover deze de te verrekenen verliezen overschrijdt. De vraag is of er onbelaste kwijtscheldingswinst is als de schuldenaar het verhaal van een vordering heeft bemoeilijkt. De schuldenaar droeg zijn auto en zijn woonhuis over aan zijn echtgenote met wie hij op huwelijkse voorwaarden getrouwd was. De totale vordering bedroeg ruim € 207.000. De schuldeiser dagvaardde zowel de schuldenaar als diens echtgenote en liet beslag leggen op de woning. Uiteindelijk kwamen partijen tot overeenstemming waarbij de schuldeiser genoegen nam met een bedrag van € 68.000. Het verschil schold hij kwijt. De belastingdienst was van mening dat de kwijtschelding niet was vrijgesteld. De bewijslast dat sprake is van vrijgestelde kwijtscheldingswinst rust op de ondernemer. Deze verwees naar de overeenkomst met de schuldeiser, die wist dat de ondernemer vermogensbestanddelen aan verhaal had onttrokken. De overeenkomst was aangegaan tussen onafhankelijke derden en daarmee zakelijk, tenzij de belastingdienst het tegendeel kon bewijzen. De belastingdienst had daartoe juridisch advies ingewonnen. Daaruit bleek dat de schuldeiser een harde vordering had met goede verhaalskansen. Het prijsgeven van de vordering kon volgens het advies niet uit zakelijk oogpunt worden verklaard en moest dus op andere motieven zijn gebaseerd. De belastingdienst voerde echter onvoldoende aan om onzakelijk handelen te bewijzen. De rechtbank was van oordeel dat de kwijtscheldingswinst onbelast was.