14 mei 2007 | Hof Den Haag | jurisprudentie | LJN-nummer: AK4792 Zaaknr: BK-02/00902
De aanvrager van een bouwvergunning is leges verschuldigd aan de gemeente voor het in behandeling nemen van de aanvraag. De leges zijn gerelateerd aan de hoogte van de stichtingskosten van het gebouw. Aan hof Den Haag werd de vraag voorgelegd of de definitieve aanslag, die is vastgesteld toen de stichtingskosten bekend waren, kan worden opgelegd aan de oorspronkelijke aanvrager, die het project aan een ander heeft verkocht. Aanvankelijk had de gemeente aan de aanvrager een voorlopige aanslag opgelegd, die was gebaseerd op de geschatte stichtingskosten. Volgens het Hof kan de gemeente aan de aanvrager van een bouwvergunning een aanslag opleggen gebaseerd op de werkelijke stichtingskosten. Gezien de hoogte van de kosten is de aanslag terecht opgelegd. Er is geen sprake van een ingrijpende wijziging van het bouwplan waarvoor een nieuwe vergunning nodig is. Die zou dan door de overnemende partij moeten worden aangevraagd.