4 april 2007 | Overig | jurisprudentie | LJNBA7246, AWB 06/515
De levering van onroerende zaken is vrijgesteld van omzetbelasting met uitzondering van de levering van (een gedeelte van) een gebouw uiterlijk twee jaren na het tijdstip van eerste ingebruikneming en de levering van een bouwterrein. De ondernemer die de levering heeft verricht moet bewijzen dat de vrijstelling van toepassing is. Voor de levering van een loods op 17 december 1999 moest de ondernemer dus bewijzen dat de loods vóór 17 december 1997 door hem in gebruik was genomen om de levering vrij van omzetbelasting te kunnen laten plaatsvinden. De ondernemer verklaarde dat hij de loods in de periode juni-juli 1997 in gebruik had genomen. De loods was bedoeld om als stalling voor grondverzetmachines en als opslagruimte voor grond en sloopafval te dienen. De loods was in ieder geval op 21 januari 1997 geschikt om die functies te vervullen, zo bleek uit een rapport van het gemeentelijke bouwtoezicht. De aansluiting op nutsvoorzieningen vond plaats op 19 juni 1997. De rechtbank kwam op grond hiervan tot de conclusie dat de loods vóór 17 december 1997 feitelijk en overeenkomstig de bestemming van de loods in gebruik was genomen.