14 mei 2007 | Hof Den Haag | jurisprudentie | LJN-nummer: AE5789 Zaaknr: BK 168/01
In het regime voor de aftrek van lijfrentepremies is de afgelopen jaren het nodige veranderd. De eerste ingrijpende wijziging was de zogenaamde Brede Herwaardering, die per 1 januari 1992 is ingevoerd. Daarbij is het begrip lijfrenteverzekering aangepast en is de hoogte van de aftrekbare premie afhankelijk gesteld van een aantal voorwaarden. Voor lijfrenteverzekeringen, die op 15 oktober 1990 bestonden, is bepaald, dat de premie ook na 1 januari 1992 in aftrek kon worden gebracht volgens de oude regels. Om daarvoor in aanmerking te komen moet kunnen worden aangetoond, dat de verzekering op 15 oktober 1990 bestond. Bij acceptatie van een offerte na 15 oktober 1990 en het na die datum indienen van een aanvraagformulier bestond de verzekering nog niet op 15 oktober 1990, ook al was voor die datum al mondeling akkoord gegeven aan de - onafhankelijke - tussenpersoon. De tussenpersoon had geen volmacht van de verzekeringsmaatschappij en kon deze niet binden. De overgangsregeling, die voor bestaande polissen het oude regime na 1 januari 1992 in stand hield, is bij de invoering van de wet IB 2001 vervallen.