Loonheffing ingehouden of niet?

6 januari 2011 | Hoge Raad | jurisprudentie | LJNBM6686 , 09/01685

De loonbelasting is een voorheffing voor de inkomstenbelasting. Dat betekent dat de ingehouden loonbelasting wordt verrekend met de te betalen inkomstenbelasting. Van inhouding is sprake als de werkgever een gedeelte van het overeengekomen brutoloon niet uitbetaalt met de bedoeling om het niet uitbetaalde bedrag als loonheffing af te dragen. Daadwerkelijke afdracht is geen voorwaarde om van inhouding te kunnen spreken.

 

De enige werknemer van een NV ontving in het jaar 2002 geen loon. De werkgever verstrekte wel enkele loonstroken en een jaaropgave over het jaar 2002. Volgens deze bescheiden was er in 2002 een bedrag aan loon betaald en een bedrag aan loonheffing ingehouden. De werkgever had echter geen aangifte loonheffing gedaan en evenmin iets afgedragen. De belastingdienst legde aan de werkgever een naheffingsaanslag loonheffing op over het jaar 2002. De naheffingsaanslag werd niet betaald.

 

De werknemer stelde zich op het standpunt dat het op de jaaropgaaf verwerkte bedrag aan loonheffing als voorheffing verrekenbaar was met zijn aanslag IB voor het jaar 2002.

Hof Den Haag was van oordeel dat door de werkgever in 2002 geen loonheffing was ingehouden. In ieder geval was de werknemer er niet in geslaagd het bewijs te leveren dat inhouding had plaatsgevonden. Verrekening van niet-ingehouden loonheffing is geoorloofd als de werknemer te goeder trouw meent dat inhouding heeft plaatsgehad. Omdat de inspecteur betwistte dat de werknemer te goeder trouw was, diende de werknemer bewijs te leveren van feiten en omstandigheden op grond waarvan hij mocht menen dat de werkgever aan zijn verplichting tot inhouding had voldaan. Hof Den Haag was van oordeel dat de werknemer niet te goeder trouw was. Volgens de Hoge Raad geven de oordelen van het hof geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting en kunnen zij vanwege hun feitelijke aard in cassatie verder niet op juistheid worden getoetst.