14 mei 2007 | Hoge Raad | jurisprudentie | LJN: AQ7093, 38183
Een van de beginselen van behoorlijk bestuur is dat gelijke gevallen gelijk behandeld dienen te worden. Is dat niet het geval dan kan degene die zich benadeeld voelt bij de rechter een beroep doen op het gelijkheidsbeginsel. Voor de wet Waardering Onroerende Zaken (WOZ) maakte de gemeente Harderwijk onderscheid tussen stacaravans op eigen grond en stacaravans op grond van een ander, ondanks de aanwezigheid van vergelijkbare voorzieningen als water, gas, riolering en dergelijke. De gemeente merkte de stacaravans op eigen grond aan als onroerende zaken en de caravans op andermans grond als roerende zaken. Het gevolg was, dat de waarde van een deel van de percelen werd vastgesteld inclusief de waarde van de stacaravan en van het restant zonder rekening te houden met de waarde van de stacaravan. Een eigenaar van een perceel grond met stacaravan beriep zich voor Hof Arnhem met succes op het gelijkheidsbeginsel. Het Hof vernietigde de WOZ-beschikking en veroordeelde de gemeente in de kosten. De Hoge Raad heeft de uitspraak van het Hof vernietigd. Het Hof verklaarde het gelijkheidsbeginsel op grond van de zogenaamde meerderheidsregel van toepassing. Die regel houdt in dat de gemeente een meerderheid van de gevallen een gunstiger behandeling toekende. De meerderheidsregel is niet van toepassing indien het verschil in behandeling berust op beleid. In dit geval ging het niet om een ongelijkheid die voortkwam uit een bewust begunstigend beleid dat werd gevoerd voor een bepaalde groep, maar om een ongelijkheid die het gevolg was van een beleid dat berustte op een onjuiste rechtsopvatting. Wanneer aannemelijk is dat het beleid zonder die onjuiste rechtsopvatting achterwege zou zijn gebleven, kunnen belastingplichtigen die niet tot die bepaalde groep behoren niet met vrucht een beroep doen op toepassing van dat beleid over een tijdvak vóórdat van de onjuistheid van die rechtsopvatting was gebleken. De WOZ-beschikking voor de stacaravan bleef in stand, aangezien de inhoudelijke juistheid daarvan niet werd bestreden.