Minderheidsaandeelhouders in dienstbetrekking werkzaam

14 mei 2007 | Centrale Raad van Beroep | jurisprudentie | LJN: AU9448, 04/2820

De directeur en enig aandeelhouder van een BV droeg in het voorjaar van 2000 aan twee werknemers ieder 20% van de aandelen in de BV over. Deze twee aandeelhouders werden anderhalf jaar later statutair directeur toen de groot aandeelhouder het restant van zijn aandelen aan hen overdroeg. In de tussenliggende periode waren zij naar het oordeel van de Centrale Raad van Beroep in dienstbetrekking werkzaam voor de BV. Omdat zij toen geen statutair directeur waren stonden zij niet onder (direct) gezag van de algemene vergadering van aandeelhouders, maar onder het gezag van het bestuur. Volgens eerdere rechtspraak is er dan geen gezamenlijk ondernemerschap. Tussen beide werknemers bestond wel een verschil in die zin dat de ene werknemer al langer in loondienst werkte bij de BV. Volgens de Centrale Raad van Beroep maakte het enkele feit dat hij 20% van de aandelen had verworven zijn ondergeschikte positie niet wezenlijk anders. De tweede werknemer werkte voorheen als zelfstandige en trad in dienst met de toezegging dat de aandelen aan hem zouden worden overgedragen. Toch beoordeelde de Centrale Raad van Beroep zijn situatie niet anders. Ook hij verwierf slechts 20% van de aandelen zonder een functie in het bestuur van de BV te bekleden.