Moeder heeft recht op aftrek voorbelasting van verkoopkosten dochtermaatschappij

14 mei 2007 | Hoge Raad | jurisprudentie | LJN-nummer: AF5828 Zaaknr: 38253

De verkoop van een deelneming is begeleid door een bank. In verband met de verkoop heeft de bank een factuur gestuurd aan de moedermaatschappij, waarop BTW is berekend. Volgens Hof Den Haag heeft de moedermaatschappij geen recht op aftrek van de in rekening gebrachte BTW. De Hoge Raad heeft de uitspraak van het Hof vernietigd en de zaak verwezen naar Hof Amsterdam. De Hoge Raad baseert zijn oordeel op rechtspraak van het Europese Hof van Justitie, waarin is vastgesteld, dat het kopen, verkopen en houden van deelnemingen geen economische activiteit is, maar het directe of indirecte mengen in het beheer van de deelneming wel. De moedermaatschappij heeft zich bemoeid met het beheer van de deelneming en daarvoor facturen gestuurd aan de deelneming. De kosten van verkoop hangen dan samen met de bedrijfsactiviteiten van de moedermaatschappij. Het recht op aftrek van voorbelasting moet dan worden bepaald aan de hand van het totaal aan prestaties van de moedermaatschappij.