Moeder van gedetineerde viel in tariefgroep 2 omdat zoon niet bij haar woonde

14 mei 2007 | Hof Den Haag | jurisprudentie | LJN-nummer: AF7092 Zaaknr: BK-02/02465

Onder de wet IB 1964 werden belastingplichtigen standaard in tariefgroep 2 ingedeeld. Indeling in een andere tariefgroep was mogelijk op grond van persoonlijke omstandigheden. Een alleenstaande ouder, die een huishouding voerde met kinderen jonger dan 27 jaar, werd ingedeeld in tariefgroep 4. De alleenstaande ouder moest die gezamenlijke huishouding wel aannemelijk maken. Dat lukte niet in het geval van een moeder, wier kind gedurende 10 maanden in het jaar in een kliniek was opgenomen. Het resterende deel van het jaar woonde hij bij zijn vader. Ook voor buitengewone lastenaftrek kwam de moeder niet in aanmerking, omdat zij niet aannemelijk kon maken haar zoon met tenminste ƒ 56 per week in zijn levensonderhoud te hebben ondersteund. De alleenstaande oudertoeslag is onder de wet IB 2001 vervangen door de alleenstaande ouderkorting, onderdeel van de heffingskorting.