14 mei 2007 | Hoge Raad | jurisprudentie | LJN: AS4105, 39836; LJN: AS4106, 39837
Iemand was in het jaar 2000 begonnen met een onderneming. Op grond van de door hem ingediende schatting van zijn inkomen over het jaar 2000 gaf de belastingdienst in december 2001 een verklaring af dat hij voor 2000 verplicht ziekenfondsverzekerd was. De ondernemer tekende daartegen bezwaar aan. Hij stuurde zijn aangifte inkomstenbelasting 2000 mee met het bezwaarschrift. Op grond van het aangegeven belastbare inkomen zou hij niet ziekenfondsverzekerd zijn. Volgens de Hoge Raad had de inspecteur zich voor de beoordeling van de verzekeringsplicht terecht gebaseerd op de gedane schatting van het inkomen over het jaar 2000 en hoefde hij geen rekening te houden met het later ingediende aangiftebiljet. De Hoge Raad heeft de andersluidende uitspraak van Hof Leeuwarden, die inhield dat de ondernemer ten onrechte door de inspecteur als verplicht verzekerd was aangemerkt, vernietigd. De Hoge Raad merkte nog op dat de ondernemer terecht klaagde over het tijdstip waarop de beschikking was afgegeven, waardoor hij geen gelegenheid had om zijn particuliere ziektekostenverzekering te beƫindigen. Omdat de verzekeringsplicht voortvloeit uit de wet bleef de beschikking in stand. De eventuele gevolgen voor de premieplicht kwamen in deze procedure niet aan de orde.