14 mei 2007 | Hoge Raad | jurisprudentie | LJN-nummer: AQ6882 Zaaknr: 38369
Een slachterij hield zich bezig met de inkoop en het slachten van vee en de verkoop van vlees en slachtafval. Ook werd tegen vergoeding vee in opdracht van derden geslacht. De slachtdieren werden vóór en na het slachten ter keuring aangeboden. De slachterij betaalde daarvoor de door de overheid vastgestelde vergoeding, het zogenaamde keurloon. Dit keurloon werd door de slachterij doorberekend aan de opdrachtgevers. Het per dag betaalde keurloon werd verdeeld over alle op die dag geslachte dieren. De slachterij ging ervan uit, dat de keurlonen zogenaamde doorlopende posten waren, waarover zij geen omzetbelasting hoefde te berekenen. De belastingdienst heeft een naheffingsaanslag opgelegd. De Hoge Raad heeft in een arrest uit 1985 bepaald dat bedragen aan belastingen die door een dienstverlener verschuldigd zijn en die door hem afzonderlijk worden doorberekend niet tot de vergoeding voor het verlenen van een dienst behoren. In deze procedure oordeelde de Hoge Raad dat het keurloon aan die voorwaarden voldeed. Het is niet nodig om de werkelijke keuringskosten per dier door te berekenen. Voldoende is doorberekening van de keuringskosten naar evenredigheid van de diensten voor een opdrachtgever tot het totaal van de diensten waarover de belasting wordt berekend. Hof Den Bosch moet nu onderzoeken in hoeverre de opgelegde naheffingsaanslag onjuist is.