Naheffing accijns bij ontbreken bewijs uitvoer accijnsgoederen

14 mei 2007 | Hoge Raad | jurisprudentie | LJN: AV0398, 39810

Zowel de belanghebbende als het Ministerie van Financiën gingen in cassatie tegen een uitspraak van Hof Den Haag een procedure over naheffingsaanslagen accijns en omzetbelasting. Deze naheffingsaanslagen waren opgelegd aan een bedrijf dat proviand en andere scheepsbehoeften leverde aan boord van schepen en goederen in- en uitvoerde. Bij een onderzoek werd geconstateerd dat het derde blad van sommige geleidedocumenten ontbrak in de administratie. Het Hof was van oordeel dat het ontbreken van deze documenten tot gevolg had dat accijns verschuldigd was omdat het bedrijf niet had aangetoond dat de goederen buiten de EG waren gebracht. Voor de omzetbelasting was sprake van tegen vergoeding verrichte, belastbare prestaties in Nederland die niet onder een vrijstelling vielen. Vervolgens besliste het Hof dat de inspecteur het gelijkheidsbeginsel had geschonden door de bewijsstukken die het bedrijf had overgelegd niet te accepteren omdat het niet de voorgeschreven bewijsstukken waren, terwijl hij die in twee andere gevallen wel had geaccepteerd. Het Ministerie van Financiën was het niet eens met de toepassing van het gelijkheidsbeginsel. Naar het oordeel van de Hoge Raad had het Hof het gelijkheidsbeginsel verkeerd toegepast. Het gelijkheidsbeginsel heeft namelijk geen betrekking op een consistente behandeling van dezelfde belastingplichtige, maar op gelijke behandeling van de ene belastingplichtige ten opzichte van een of meer anderen.Het bedrijf bestreed het afwijzen van alternatief bewijsmateriaal door het Hof en was het niet eens met het oordeel van het Hof dat over geleverde tabaksproducten omzetbelasting verschuldigd was. Volgens de Hoge Raad houdt de enkele omstandigheid dat een voorgeschreven document ontbreekt of niet is voorzien van de vereiste aantekening door de douane niet automatisch in dat sprake is van uitslag van goederen. De mogelijkheid bestaat dat de douane bij de verzending van de documenten een fout heeft gemaakt. Pas wanneer de inspecteur aan de hand van de door de belanghebbende verstrekte gegevens heeft vastgesteld dat de goederen niet bij de douane zijn aangebracht is sprake van een uitslag van goederen.De bijzondere regeling in de omzetbelasting voor tabaksproducten sluit aan bij het tijdstip en de maatstaf van de heffing van accijns. Voor de toepassing van het nultarief bij uitvoer geldt geen bijzondere regeling. Het andersluidende oordeel van het Hof was onjuist. De Hoge Raad heeft de uitspraak van het Hof vernietigd en de zaak verwezen naar Hof Amsterdam.